maandag 15 december 2014

Waar is dat lithium gebleven?



De buitenkant van de Zon en van kleine sterren is turbulent,
wat men convectie noemt. Figuur: NASA.

Waterstof en helium zijn de twee lichtste elementen in het heelal. Beide werden ze gevormd tijdens de Big Bang. Daarnaast werd ook wat lithium gevormd. Dat is een grijs, licht metaal dat ingenieurs gebruiken in batterijen en artsen in geneesmiddelen tegen schizofrenie.

We zouden het lithium dat tijdens de Big Bang werd gevormd moeten terugvinden in zeer oude sterren. Die zijn wellicht gemaakt uit vrijwel “maagdelijk” gas, dat nog niet was aangetast door kernreacties in het diepe inwendige van sterren. Wanneer we nu kijken naar het oppervlak van oude sterren — bijvoorbeeld in bolvormige sterrenhopen — dan vinden we daar inderdaad lithium. Maar we vinden er maar de helft tot een derde van wat modellen van de Big Bang voorspellen.

Er moet dus iets verkeerd zijn, ofwel met de modellen van de Big Bang, ofwel met die zeer oude sterren. De modellen van de Big Bang zijn waarschijnlijk correct: ze worden door vele andere waarnemingen bevestigd. Wat kan er dan verkeerd zijn met die oude sterren?

Lithium is een erg broos element. Bij een temperatuur van nauwelijks 2,5 miljoen graden ondergaat het al kernreacties, waarbij het wordt omgezet in beryllium en tenslotte in helium. Dergelijke temperaturen vinden we ook in het inwendige van kleine, oude sterren. We moeten er zelfs niet helemaal voor tot het centrum gaan: halverwege tussen het oppervlak en het centrum is de temperatuur er al hoog genoeg om lithium te vernietigen.

In het buitenste deel van kleine oude sterren is materie helemaal turbulent en wordt ze gemengd, een verschijnsel dat men convectie noemt. Daardoor wordt lithium van het oppervlak naar diep gelegen lagen getransporteerd, waar de temperatuur hoog genoeg is om het lithium te vernietigen. Op die manier daalt het gehalte aan lithium aan het oppervlak. Die kleine oude sterren werden dus geboren met het (hoger-dan-vandaag) gehalte aan lithium van de Big Bang. Door de turbulentie en de kernreacties in het inwendige daalde het gehalte aan lithium gedurende het leven van de ster geleidelijk tot de helft en dat is wat we vandaag waarnemen.

Er is maar één probleem: theoretische modellen van dergelijke kleine oude sterren voorspellen dat de turbulentie niet diep genoeg in de ster reikt, en dus niet tot een voldoende hoge temperatuur reikt, om lithium te vernietigen. Wellicht is de buitenste turbulente zone van kleine sterren toch groter dan we dachten. Hoe dat komt is vooralsnog niet duidelijk. Sterrenkundigen kunnen dus opnieuw creatief aan de slag om een mechanisme te bedenken waardoor turbulente zones groter zouden zijn dan we nu denken. Dat mechanisme moet ook op de Zon toepasbaar zijn: ook onze Zon heeft immers een “te laag” lithiumgehalte aan haar buitenkant, en de temperatuur van de turbulente zone in de Zon is ook niet hoog genoeg om lithium te vernietigen…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Waar staat die planeet? Deel 1

In een sterrenkundige almanak, zoals de Hemelkalender , kan men vinden wanneer de Zon, de Maan en de planeten opkomen en ondergaan. Om die t...