Ons melkwegstelsel bestaat uit een platte schijf
met veel jonge sterren met daar rond een bolvormige halo met oude sterren. De schijf bevat vooral jonge sterren. De halosterren zijn de oudste sterren in ons
melkwegstelsel. Ze bevatten veel minder zwaardere elementen dan de sterren in
de schijf.
Een aantal sterren in de buurt van de Zon
behoort tot de binnenste delen van de halo van ons melkwegstelsel en is blauwer
dan de andere sterren. Deze halosterren bewegen zich ook anders doorheen ons
sterrenstelsel: ze onderscheiden zich van de ‘normale’ sterren doordat ze een
snelheid hebben die meer dan 200 km/s afwijkt van de gemiddelde snelheid van de
sterren in onze buurt, de zogenaamde lokale ruststandaard. Vele van die
halosterren bewegen zich trager rondom het centrum van ons melkwegstelsel dan
de Zon. Sommige draaien zelfs de andere kant op, tegengesteld aan de algemene
rotatie van ons sterrenstelsel.
Een team sterrenkundigen onder de leiding
van Amina Helmi van de Universiteit van Groningen (Nederland) gebruikte recente nieuwe resultaten van Gaia satelliet om dertigduizend van deze bijzondere sterren te
identificeren aan de hand van hun beweging ten opzichte van de Zon.Uit de beweging en de samenstelling van de sterren maakten de onderzoekers op dat deze sterren afkomstig zijn uit een ander sterrenstelsel en dat ze dus niét zijn geboren in ons melkwegstelsel. Ze noemden dit stelsel Gaia-Enceladus.
Het Gaia-Enceladus sterrenstelsel is ongeveer 8 tot 11 miljard jaar geleden in botsing gekomen met ons melkwegstelsel. Door die botsing werd het helemaal uiteengetrokken. De individuele sterren van het stelsel verspreidden zich over ons melkwegstelsel. Vandaag herkennen we ze nog door hun lichtjes afwijkende samenstelling en doordat ze op een andere manier tussen de sterren bewegen. Ons melkwegstelsel heeft Gaia-Enceladus dus wel opgeslokt, maar niet helemaal verteerd.
Meer leest u in Heelal, het tijdschrift van de Vereniging voor Sterrenkunde van januari 2019.